Help, de dokter zeurt!

16 juli 2014

Zorgverleners kennen ze allemaal: klagende, eisende patiënten die nooit tevreden zijn. Maar er lijkt nu een nieuwe trend te zijn ontstaan: die van de zeurende dokter. Vroeger bespraken huisartsen en specialisten hun zorgen vooral binnenskamers. Nu uiten gedesillusioneerde dokters hun ongenoegen in de krant, via sociale media en zelfs in de spreekkamer. Maar is de beroepsgroep eigenlijk wel gebaat bij deze Nieuwe Openheid 2.0? 

Meer dan tien jaar geleden werkte ik tijdelijk bij de Landelijke Huisartsen Vereniging. ‘Huisartsen klagen altijd over geld’, werd me daar verteld. Dat bleek te kloppen. Dagelijks stroomden tientallen mails binnen met klachten over het te lage inkomen. Op een ledenvergadering stond een oudere huisarts op in de zaal. Hij wilde zijn zorgen uiten voor de jongere generatie huisartsen. Hij woonde dan wel in een vrijstaand huis, maar hij had ook jongere collega’s die hun leven, godbetert, in een twee-onder-één-kapwoning moesten slijten. 

Zo’n opmerking is nu bijna niet meer voor te stellen. Dokters klagen vandaag de dag over heel andere zaken. Over de bureaucratische rompslomp en regelzucht in de zorg, bijvoorbeeld. Over de machtspositie van zorgverzekeraars die steeds meer beslissen hoe en waar hun patiënten behandeld worden. Over de transitie in de jeugdzorg, de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de afkalving van de ouderenzorg. Dat zijn wezenlijke onderwerpen waar zorgverleners oprechte zorgen over hebben. En die zorgen hebben weinig met persoonlijk gewin te maken. Hier stellen dokters, de meesten althans, zich op als ‘patiënt advocates’, om de belangen van hun patiënten te beschermen. ‘The battle to care’, noemt arts James Salwitz dat in een blog.

Anders wordt het als artsen zich opstellen als slachtoffer van de huidige tijd en de teloorgang van hun beroep. Ook dat gebeurt. De maatschappelijke en politieke roep om transparantie in de zorg vraagt van artsen en andere zorgverleners dat zij, veel meer dan vroeger, verantwoordelijkheid afleggen. Medisch handelen is niet langer iets van de incrowd: het is tot het publieke domein gaan horen. Op twitter begon een aantal Nederlandse artsen te roepen dat ze gedemoniseerd werden. Deze artsen introduceerden daar de term ‘dokter-bashing’. Een hoogleraar betitelde de eigen beroepsgroep als ‘schietschijf’. En dat, zo schreef ze, terwijl dokters zó hard werken dat hele huwelijken opgeofferd worden aan die mondige patiënt, die klaarstaat om de pers te bellen zodra er iets mis gaat. De onrust leidde uiteindelijk tot een column van KNMG-directeur Lode Wigersma, die bijna smekend schreef: ‘Patiënten, vertrouw wat meer op uw dokter. Probeer u in hem of haar te verplaatsen, zoals de dokter dat ook bij u probeert. Echt, het helpt!’

Het is de vraag of deze Calimero-opstelling de beroepsgroep vooruit helpt. Patiënten hebben geen boodschap aan dokters die zich bedreigd voelen in hun autonomie, of die hun werk niet meer leuk vinden. Andere gevolgen zijn ernstiger. Bewijs stapelt zich op dat gedesillusioneerde dokters meer fouten maken en gevoeliger zijn voor misbruik en depressie. Ook plegen artsen vaker zelfmoord dan iemand met een ander beroep. De KNMG zou zich daarom niet rechtstreeks moeten richten tot de patiënt, maar ‘de epidemie van gedesillusioneerde dokters’, zoals TIME het fenomeen schetste, serieuzer moeten nemen door in gesprek te gaan met haar leden.

De situatie is niet specifiek Nederlands. In Amerika is het niet veel beter: uit een enquête van de Physicians Foundation bleek dat tweederde van de ondervraagde artsen negatief over het eigen beroep is. Goed nieuws is er volgens de Physician’s Foundation ook: de nieuwe generatie dokters onder de 40 kijkt veel positiever naar hun vak dan hun oudere collega’s doen. Opvallend is dat vooral de jonge vrouwelijke artsen met optimisme naar de toekomst kijken. Mogelijk zijn zij gewend aan de nieuwe eisen die de samenleving aan artsen stelt en ervaren ze die niet als bedreigend. In ons eigen land bewijst de beweging Compassion for Care bovendien dat onvrede over de zorgpraktijk ook in zinvolle actie kan worden omgezet. Cynici spraken in 2011 van een hype. Maar drie jaar later zet de organisatie zich nog even enthousiast in om de huidige disbalans die professionals in de gezondheidszorg ervaren – een disbalans tussen efficiency en menselijkheid, tussen controle en vertrouwen – te herstellen. Dat is veel constructiever dan roepen dat artsen zo hard werken, hun gezin verwaarlozen en het allemaal zo oneerlijk is. Want dan kun je beter iets anders gaan doen.

Vacatures

MEER OVER DEZE VACATURE >>

Opinie

Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?

De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?

Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?

Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer

Reageer |  reacties