Perfect en onzeker

28 januari 2016

Over psychologie en geneeskunde

Voor wie het nog niet heeft opgemerkt: het paradigma van de geneeskunde verschuift. We leven in een tijd waarin gepersonaliseerde geneeskunde een – door wetenschap gedragen – optie wordt. De implicaties daarvan zijn groot. Het verhoogt het vermogen van geneeskundigen om, het gissen voorbij, preciezer behandelindicaties te stellen bij specifieke (groepen van) patiënten. De oncologie loopt hierin voorop. Maar wie denkt dat onzekerheden tot het verleden gaan behoren, en dat de geneeskunde een soort ingenieurswetenschap wordt, heeft het mis. De gepersonaliseerde zorg is gebaseerd op het fundamentele inzicht dat alles en iedereen anders is en dat toeval bestaat. Vaste regels, laat staan ijzeren wetten, voor wat je in voorkomende gevallen altijd moet doen zijn en blijven een illusie.

Siddharta Mukherjee, bekend van De keizer aller ziektes. Een biografie van kanker, legde recent in een TED-boekje* uit dat de geneeskunde erom vraagt perfecte beslissingen te nemen op grond van imperfecte informatie. De geneeskunde wordt niet of nauwelijks geregeerd door wetten, het is een onzekere wereld die vraagt om artsen die zich daarin bij uitstek kunnen bewegen. Hij stipt een paar dingen aan die wij ons ter harte kunnen nemen.

In onze cultuur is het doen belangrijker dan laten; het interveniëren is de norm. Het niets doen lijkt een teken van falen. Goede artsen beheersen aldus Mukherjee de kunst van het niets doen. Verder wijst hij erop dat het een illusie is om te denken dat we straks de onzekerheid die kleeft aan elke medische beslissing kunnen oplossen door ons louter te baseren op de uitslagen van geavanceerde medische tests. Zonder voorkennis, en zonder wetenschap van de omstandigheden waarin de test is afgenomen en de uitslag moet worden geïnterpreteerd, kunnen we vaak nog niet zoveel met die uitslagen. Je moet als het ware al weten wat de uitslag is (een hypothese hebben ontwikkeld), wil je de uitslag op waarde kunnen schatten. Het kenmerkt de vakman. Een goede arts reflecteert en is in staat om verschillende bronnen van informatie tegen elkaar af te wegen, legt voorlopige conclusies voor aan anderen, en bespreekt ze met de directbetrokkenen. Vervolgens wordt een gevolgtrekking gemaakt die weliswaar van onzekerheden aan elkaar hangt, maar tegelijkertijd de op dat moment best mogelijke is. Intuïtie, buikgevoelens, voorafgaande ervaringen, maar ook het vermogen om onder omstandigheden afwijkende beslissingen te nemen, zijn daarvan belangrijke aspecten.

Onzekerheden kunnen we beperken door veel meer data te verzamelen en daar slimme software op los te laten. De marges van ongewisheid worden daardoor smaller, maar onzekerheid wordt daarmee niet ter zijde gezet. Mukherjee wijst er verder op dat de normale gevallen, die zich keurig ‘houden aan de regels’, veel minder interessant zijn dan de uitzonderingen. De laatste geven ons informatie over wat we nog niet weten en waar het onderzoek zich op kan richten. Uitzonderingen zetten regels buiten spel. Regels zijn daarmee hulpmiddelen om uitzonderingen op te sporen.

We naderen het tijdperk van de gepersonaliseerde geneeskunde waarin tegelijkertijd de zoektocht naar mechanismen van ziekten, big data en moderne technologie een hoofdrol spelen. In die context is het belangrijk om meer te weten te komen over de psychologie van de arts: de wijze waarop beslissingen tot stand komen, en de resultaten daarvan besproken worden met steeds bewustere en beter geïnformeerde patiënten. De patiënt is niet zozeer drager van een ziekte, maar een menselijk subject waarmee de arts idealiter een nieuwe, unieke werkelijkheid creëert. De nieuwe werkelijkheid die in een behandelrelatie tot stand komt, is bepalend voor het antwoord op de vraag of gepersonaliseerde geneeskunde haar beloftes kan waarmaken: een perfect op de individuele patiënt afgestemde, maar nog steeds ‘onzekere’, geneeskunde. Het vergt vaardigheden die verder reiken dan het verrichten van medische handelingen. De psychologie kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren.

*Siddharta Mukherjee (2015). The laws of medicine. Field notes from an uncertain science. Londen: TED Books, Simon & Schuster.

Vacatures

MEER OVER DEZE VACATURE >>

Opinie

Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?

De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?

Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?

Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer

Reageer |  reacties