Conversietherapie en gedwongen behandeling

22 februari 2018

Onlangs zag ik een klein berichtje in een medisch tijdschrift, zo’n hoekje met medisch nieuws waar iets geplaatst wordt om de pagina te vullen. Daarin stond dat in 2016 in de Verenigde Staten 60.000 mensen conversietherapie ondergingen. Ik schrok daarvan, maar besef dat het begrip conversietherapie enige uitleg nodig heeft. Wat waren het voor mensen die deze behandeling ondergingen? Het ging om individuele mensen met verschillende huidskleur, opleiding, inkomen, leeftijd, geloofsovertuiging of politieke mening, maar die gemeen hebben dat ze de heteroseksuele voorkeur van de gemiddelde samenleving niet delen. Sinds een jaar of 25 hebben ze zelf voorkeur voor de term LGTB, lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, transgenders en biseksuelen.

En wat is conversietherapie? Dat is behandeling om je te genezen van je seksuele voorkeur en je van LGTB ‘normaal’ te maken. Is het niet idioot dat het nu nog steeds gebeurt?

In de negentiende eeuw begonnen psychiaters de term homoseksualiteit te gebruiken. Met de introductie van het woord kwam ook het oordeel over mensen met een andere seksuele geaardheid de geneeskunde binnen, want vanaf dat moment een ziekte werd genoemd. Al snel werd het een ziekte die behandeld moest worden. Wat was het dan voor ziekte? Sigmund Freud schreef dat het een ontwikkelingsstoornis is waarbij de seksuele impulsen van kinderen nog tijdens de volwassenheid bestaan. Zijn volgeling de psychotherapeut Sandor Rado (1890 - 1972) geloofde niet in kinderlijke homoseksuele impulsen maar meende dat het om fobische angst voor heteroseksuele contacten ging veroorzaakt door fouten in de opvoeding. Er is heel veel onzin bedacht om wat vreemd leek uit te bannen en er een ziekte van te maken die behandeld kon worden.

Waar ooit de kerk over het menselijke gedrag oordeelde door het als goed of slecht te labelen, daar nam in de twintigste eeuw de geneeskunde die rol over en beoordeelde artsen en therapeuten gedrag met het onderscheid in ziek en gezond. Tientallen jaren zijn daardoor jonge mensen gedwongen behandeld om hun seksuele geaardheid. Dat duurde in de Verenigde Staten tot 1973 toen homoseksualiteit daar niet langer als een ziekte werd beschouwd en behandeling om de ‘gezonde’ samenleving te beschermen niet meer kon. Het verwijderen van de diagnose homoseksualiteit uit de DSM-II in dat jaar zorgde ervoor dat steeds meer Amerikaanse artsen homoseksualiteit niet meer behandelden en dat homoseksualiteit genormaliseerd werd. Toen in 1990 ook de WHO homoseksualiteit uit de International Classification of Diseases (IHD-10) verwijderde was dat een signaal aan de hele wereld dat homoseksualiteit normaal is.

Ultraconservatieve psychiaters bleven het echter als een ziekte zien, vonden het veranderde beleid over behandeling ‘een mening’ en bleven hun therapie tegen het ‘anders zijn’ aanbieden. Uit onderzoek was inmiddels wel duidelijk dat conversietherapie niet effectief was en dat het bovendien schadelijk kon zijn voor de behandelde: mislukte ongelukkige huwelijken om het te proberen, toegenomen verwarring en verhoogde kans op depressie en suïcidaliteit.

Op 8 april 2015 riep Obama op om de behandeling te verbieden door de vergunningen voor gespecialiseerde instelling voor conversietherapie in te trekken, maar er was onvoldoende tijd voor en onder een nieuwe Amerikaanse regering nam de belangstelling voor conversietherapie juist weer toe. Tieners worden in de Verenigde Staten nog steeds behandeld omdat ze zich tegen de verwachtingen van hun ouders en de gemeenschap in gedragen. 60.000 in de Verenigde Staten. Het gaat natuurlijk om een groot land, maar van het aantal jonge mensen die de zinloze en schadelijke conversie moet ondergaan schrok ik. Elders in de wereld kennen we landen die nog radicalere behandelingen kennen bij homoseksualiteit, maar daarbij speelt de gezondheidszorg geen rol. In Iran worden homoseksuelen opgehangen. In Vietnam zijn er rehabilitatiekampen voor mannen die van mannen houden, in Afrika zijn er nog altijd plaatsen waar de duivel uitgedreven wordt.

Voor alle weldenkende mensen in ons land is het niet voor te stellen dat samenleving, gezin, familie en gezondheidszorg zich voegen naar een culturele mythe. Een absurde samenzwering tegen wat we graag als normaal willen zien. Het betreft jongeren die gedwongen werden door druk vanuit de familie en religieuze organisatie, door de belofte van zorginstellingen dat er behandeling mogelijk is.

Daarom moet er altijd een goede scheiding zijn tussen maatschappelijke ideeën en gezondheidszorg, net zoals tussen kerk en staat. Als we daar niet voor zorgen wordt de zorg een manier om maatschappelijk gewenst gedrag af te dwingen. Daar is continue zelfreflectie in de zorg voor nodig en gedwongen behandeling is ongewenst omdat iedere therapeut een mens is en zich nooit los kan maken van de culturele context waarin zij/hij leeft.

Vacatures

MEER OVER DEZE VACATURE >>

Opinie

Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?

De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?

Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?

Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer

Reageer |  reacties