Beschaafd gedrag aan het bed

19 december 2013

Ik zal mijn periode als coassistent in de gynaecologie en verloskunde nooit vergeten. 

Achter de spreekkamer lagen aan een korte gang drie onderzoekskamers. De patiënt werd binnengeroepen. Mijn opleider groette de vrouw voor hem zonder haar hand te schudden: “Dag mevrouw de Groot, even op de weegschaal en de zuster neemt de bloeddruk op. Vervolgens gaat u naar het eerste kamertje, ontbloot daar het onderlichaam en in de stoel zitten.” Zodra deur één gesloten was werd de tweede patiënt binnen geroepen en het ritueel herhaalde zich. Na drie keer liep de gynaecoloog naar kamertje één waar de verpleegkundige gereed stond met latex handschoenen. Terwijl hij ze aantrok zei hij “Mevrouw de Groot, benen in de beugels en ontspannen maar.” Vervolgens deed hij het touché. Met een schuin oog keek hij op de status die hem werd voorgehouden, drukte op het onderbeen om te zien of er sprake van oedeem was en zei: “De bloeddruk is wat hoog. Geen zorgen hoor. U houdt vocht vast. Zoutloos eten en over twee weken terugkomen.” Mevrouw de Groot vertrok via een deur aan de achterzijde van de onderzoekskamer terwijl mijn opleider zich begaf naar kamertje twee. 

Als ik al iets geleerd heb dan is het hoe je binnen tien minuten drie patiënten kunt zien. Toen ik het mijn vrouw vertelde, wist ik dat ik zoiets nooit zou willen. Hoe had de vrouw het had ervaren? De verpleegkundigen vertelden echter hoe populair de dokter was. Misschien vergaven ze de man die hun kinderen ter wereld bracht veel.

Een team van het Johns Hopkins ziekenhuis en het Medisch Centrum van de Universiteit van Maryland volgde 29 artsen die een jaar of korter afgestudeerd waren. 732 ontmoetingen met patiënten werden geanalyseerd voor wat betreft vijf sleutelstrategieën van beschaafde omgang. ´Bedside manners´, noemen ze het in het Engels. Jezelf netjes voorstellen, uitleggen welke rol je in de zorg van de patiënt speelt, de patiënt aanraken, niet blijven staan maar even gaan zitten met de patiënt en het stellen van open vragen zoals “hoe gaat het met u?”

Slechts in vier procent van de ontmoetingen voldeed de jonge arts aan alle geadviseerde handelingen om de interactie prettig te laten verlopen. Het aanraken van de patiënt lukte nog het beste. In 65 procent van de ontmoetingen geeft de jonge dokter zijn patiënt een hand of raakt hem bemoedigend licht aan. 

Je zou zeggen, een hernia is een hernia, of de arts zich nu aan zijn patiënt voorstelt of niet, en de verhoogde bloeddruk zal niet dalen als de dokter uitlegt wat hij in het ziekenhuis doet. Mis dus. Onderzoek laat een verband zien tussen goede manieren van de arts en sneller herstel plus grotere tevredenheid bij de patiënt. Op de vraag waarom die jonge artsen zulke slechte manieren ten aanzien van hun patiënten hadden was het antwoord al snel gegeven. Ze volgden het voorbeeld van hun opleiders. 

Warmte en het idee gezien te worden door je arts zijn essentieel. Het hoort bij de vaardigheden die een arts behoort te hebben en je moet daarop getraind worden, maar wie leidt de opleider op?

Vacatures

MEER OVER DEZE VACATURE >>

Opinie

Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?

De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?

Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?

Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer

Reageer |  reacties