Ik stuitte laatst toevallig online op het blad De Linker Wang. Eerlijk gezegd had ik er nog nooit van gehoord. Het bleek een magazine te zijn van het gelijknamige platform voor geloof en politiek, verbonden met GroenLinks. Er stond een interview in met prof. dr. Evelien Tonkens, hoogleraar Burgerschap en Humanisering van Instituties en Organisaties aan de Universiteit van Amsterdam. Centraal stond de vraag of de marktwerking in de gezondheidszorg nu wat opgeleverd heeft.
Tonkens vond van niet. De zorgkosten zijn gestegen en patiënten hebben hogere individuele kosten. Bovendien zorgt de gereguleerde marktwerking voor een grotere bureaucreatie, terwijl het kapitaal van een zorginstelling juist zit in de relatie tussen zorgprofessional en patiënt. Juist die zorgprofessionals hebben in ons huidige systeem weinig te vertellen, betoogt Tonkens. Ze voelen zich machteloos. In een democratische samenleving is het best wonderlijk dat zoveel mensen zich machteloos voelen over dingen waar ze dagelijks mee te maken hebben. Dan is er toch ergens iets niet helemaal goed gegaan.
Waar kun je je stem laten horen dat hij ook echt klinkt? vroeg Tonkens zich af. Dokters zitten meestal al wel in organen als de Gezondheidsraad. Artsen zijn een redelijk machtige beroepsgroep, stelde ze – hoewel ik me afvraag hoeveel dokters het met haar eens zullen zijn. Maar daarna zei ze iets interessants: ‘Verpleegkundigen zijn dat eigenlijk helemaal niet. Zij nemen echter wel heel cruciale posities in. In die zin pleit ik voor een soort landelijke verpleegkundige adviesraad.’
Inderdaad. Verpleegkundigen vormen met 180.000 vrouw/man sterk de grootste beroepsgroep in de gezondheidszorg in Nederland. Toch hebben ze op bestuurlijk niveau nog maar weinig invloed. In ziekenhuizen lopen medisch managers en bedrijfsmanagers rond, maar verpleegkundig directeuren kennen we hier nauwelijks. In andere landen wekt dat verbazing – check ook dit bericht op de site van de beroepsorganisatie V&VN voor verpleegkundigen en verzorgenden: ‘Chinese delegatie: hoezo geen verpleegkundig directeur?’
Natuurlijk wordt de positie van verpleegkundigen zoetjesaan steeds krachtiger. Er zijn steeds meer verpleegkundig specialisten en ook steeds meer verplegingswetenschappers. Alleen op bestuurlijk niveau wil het nog niet vlotten. In Nederland zijn de ziekenhuizen die verpleegkundigen een bestuurlijke rol geven op één hand te tellen. Dat ‘geven’ klinkt trouwens wel erg passief en dat is misschien ook precies het probleem van de verpleegkundige beroepsgroep: ze slaan niet met de vuist op tafel, want daar zijn ze te aardig voor.
Na de Witte Woede, meer dan 25 jaar geleden, hebben verpleegkundigen nooit meer op hun strepen gestaan. Niet tijdens de massa-ontslagen in de thuiszorg, niet toen de verpleeghuizen massaal sloten, niet toen aangekondigd werd dat hun salarissen bevroren zouden worden en niet toen hun PGB-cliënten met vele duizenden tegelijk in de problemen kwamen. Verpleegkundigen staken ook niet, al discussiëren ze er eindeloos over: wel staken, niet staken, wel staken, niet staken-maar-wat-dan-wel, wel staken… wacht, wat betekent het eigenlijk als je gaat staken? Verpleegkundigen staken dus niet: ze houden een kerstkaartenactie.
Wat ook niet helpt is dat veel verpleegkundigen zich presenteren als zichzelf wegcijferende engelen, die altijd maar voor anderen zorgen. Dat dwingt geen respect af upstairs. Bovendien moeten ze in staat zijn een volwassen rol te vervullen. Vanaf eind jaren zestig waren er zo’n jaartje of tien verpleegkundig directeuren die zich alleen met het belang van de verpleegkundigen bezighielden. Als bestuurder telden die verpleegkundig directeuren niet mee. De Raden van Toezicht oordeelden dan ook dat de functie overbodig was. Toen die functie overal werd afgeschaft, was niemand er rouwig om, zo vertrouwde een zorgbestuurder me toe die die tijd nog had meegemaakt.
Maar het kan toch niet zo zijn dat er tussen die 180.000 verpleegkundigen geen daadkrachtige bestuurders zitten? Verpleegkundigen die niet dwepen met een of andere rozezuurstokzoete engelenstatus, zichzelf niet wegcijferen maar de waarde van hun functie zien, strategisch onderlegd zijn, niet om 5 voor 4 in de lift staan om de kinderen bij opa en oma op te halen en die – mag het, in 2015 – een krachtige visie hebben op de toekomst van de gezondheidszorg?
Verpleegkundigen, bestorm de bestuurlijke bastiljons. Het is tijd.
Stuur deze pagina door >>
Opinie
Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?
De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer
Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?
Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer
Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?
Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer
Let op: de Anti-spam code is slechts 15 minuten geldig.
Tip: als u een reactie met veel woorden heeft, typ deze dan eerst in Word en plak hem vervolgens in het Reactieveld hieronder.