Als u dit leest, heeft de Eerste Kamer gestemd over de Jeugdwet. Die wet is aangenomen, ondanks massaal verzet van artsen, ouders, wetenschappers, ggz-instellingen en organisaties zoals de KNAW, de Kinderombudsman en Defence for Children.
Versnipperde zorg
Een van de belangrijkste argumenten vóór de wet is de verwachte vereenvoudiging van de zorg. Dankzij het principe ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’ worden zorgvragers straks niet meer van het kastje naar de muur gestuurd, omdat hulpverleners niet meer langs elkaar heen werken. De zorg wordt bovendien een verantwoordelijkheid van de gemeente, waardoor ‘maatwerk’ mogelijk is. Dat is nog goedkoper ook.
Verzekerde zorg
Het belangrijkste argument tegen de wet is, dat er een onderscheid komt tussen fysiek zieke en psychisch zieke kinderen. De eerste groep houdt recht op verzekerde zorg, de tweede niet. Kinderen met aandoeningen zoals bipolaire stoornis, autisme, ernstige eetstoornissen of suïcidaliteit, hebben straks geen vanzelfsprekend recht meer op medische zorg. Staatssecretaris Van Rijn heeft dit onderstreept door een motie te ontraden van GroenLinks-senator Ganzevoort. De senator vroeg om een garantiestelling vanuit het Rijk mocht de gemeentelijke zorgpot leeg zijn als een psychisch ziek kind er een beroep op moet doen. Deze motie is door de Eerste Kamer verworpen.
Eenzijdig en onvolledig
Een paar dingen vallen op aan de discussie over deze wet. Zo lijkt het twijfelachtig of mensen die het 1-1-1-model verdedigen, beseffen dat een psychische aandoening iets anders is dan een opvoedprobleem. Het mantra ‘demedicaliseren, normaliseren en ontzorgen’ overheerst. Waarschijnlijk is dat het geval omdat ADHD model staat voor een psychische aandoening. Maar het beeld dat media van een kind met ADHD schetsen, is meestal onvolledig en eenzijdig. Ook wordt voortdurend geroepen dat er ‘te veel etiketten worden geplakt’, terwijl de prevalentie van psychische stoornissen bij kinderen al decennialang ongeveer gelijk is.
Kritiekloos
Op de tweede plaats lijkt het beeld ontstaan dat degenen die zich verzetten tegen de Jeugdwet, kritiekloze aanhangers zijn van de manier waarop de kinderpsychiatrie nu is georganiseerd. Maar als je vindt dat alle kinderen recht hebben op verzekerde zorg, impliceert dat niet dat je de huidige praktijk ideaal vindt en niet voor verandering vatbaar. We ontzeggen kinderen met huidproblemen, nierziekten of kanker toch ook geen recht op hulp omdat we vinden dat de ziekenhuiszorg best beter kan?
Strontvervelend
Dat brengt me op het derde punt: waarom kunnen kinderen met een ziek lichaam op alle medische zorg en compassie van de wereld rekenen, maar kinderen met psychische kwetsuren niet? Omdat lichamelijk zieke kinderen zielig zijn, en geestelijk zieke kinderen óf onzichtbaar (ze worden een schaduw van zichzelf, of verdwijnen zelfs helemaal), óf strontvervelend (ze klieren, vernielen spullen en gedragen zich agressief). En omdat er meer respect is voor de snijkunsten van een chirurg dan voor de therapeutische kwaliteiten van een psychiater. Terwijl die laatste met zijn vaardigheid net zo goed levens kan redden.
Wishful thinking
Het recht op verzekerde zorg is een principiële kwestie. Nu die slag is verloren, zijn voorstanders van de transitie aan zet om te laten zien dat hun totaaloplossing werkt. Zij
verwachten wonderen van de sociale wijkteams, die goedkopere én betere zorg moeten leveren. Maar het succes van deze wijkteams lijkt vooralsnog te berusten op wishful thinking. Waarom zouden de – vijf? Tien? Vijftien? – professionals in een multidisciplinair wijkteam zomaar ineens wél goed kunnen samenwerken en elkaars taal verstaan? En waar halen zij de specialistische kennis vandaan die een besparing op specialisten moet opleveren?
Eigen kracht
Onlangs verzuchtte de vader van een autistische zoon aan mijn keukentafel dat hij het helemaal heeft gehad met ‘die stagiaires van de Hogeschool die komen informeren of we schulden hebben of een drugsprobleem’. Na talloze bezoekjes heeft hij het ideaal van ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’ eindelijk voor elkaar: zijn kind krijgt nu de specialistische hulp die het nodig heeft. Op een multidisciplinair wijkteam dat komt informeren naar de ‘eigen kracht’ in het gezin, zit hij niet te wachten. En zijn autistische zoon ook niet.
Stuur deze pagina door >>
Opinie
Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?
De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer
Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?
Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer
Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?
Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer
Let op: de Anti-spam code is slechts 15 minuten geldig.
Tip: als u een reactie met veel woorden heeft, typ deze dan eerst in Word en plak hem vervolgens in het Reactieveld hieronder.