Dit jaar “vieren” we het 10-jarig bestaan van het nieuwe zorgstelsel. Onder andere via 2 speciale uitzendingen van RadarTV werd het volk hiermee geconfronteerd. Met als leidraad de gekozen ondertitel “Marktwerking in de zorg: wie wordt er beter van?” gingen Antoinette Hertsenberg c.s. op zoek naar de voordelen van dit nieuwe stelsel. Na 2 uitzendingen was de conclusie dat het, behalve misschien kortere wachtlijsten, nog wachten is op de positieve effecten. Daarentegen is gebleken dat de kosten de pan uitrijzen, onder andere door wat een hoogleraar chirurgie “productietenten” noemt. Dit zouden ziekenhuizen zijn waar relatief veel verrichtingen gedaan worden ten opzichte van conservatievere behandelingen, met name omdat dit meer oplevert voor de vakgroep.
Hoewel ik geloof dat vrijwel niemand de laatste decennia Geneeskunde is gaan studeren om rijk te worden, zie ik wel dat jonge artsen in een systeem komen waarin (veel) geld verdienen op z’n minst als een gezonde bijwerking wordt gezien. Zo had een van mijn studiegenoten in haar eerste dienst als échte gynaecoloog de halve nacht een gecompliceerde bevalling begeleid en was de desbetreffende barende rond 04.00 uur vaginaal bevallen. Na een aantal uren slaap bracht de arts het verhaal in de ochtendoverdracht. Ze werd gecomplimenteerd met de afloop, maar ook werd ze gewezen op het feit dat een keizersnede rond middernacht ook prima zorg was geweest. En, werd erbij gezegd, dan hadden we bovendien ook nog meer verdiend als maatschap. In een recent jaarverslag van een ziekenhuis ergens in Midden-Nederland stond in het voorwoord: “Ondanks de landelijk dalende trend hebben wij afgelopen jaar de productie op peil kunnen houden en zelfs iets kunnen uitbreiden.” Het meest schrijnende voorbeeld is dat van de vrouw die na haar heupoperatie nog nauwelijks wakker was en van de OK-tafel viel, een hersenbloeding kreeg en vervolgens overleed. De Inspectie voor de Gezondheidszorg concludeerde in haar rapport dat er “op de operatiekamers in ziekenhuis X. sprake lijkt van een cultuur om snel te wisselen en gehaast zaken af te ronden teneinde productie te draaien. Het veiligheidsdenken raakt zo op de achtergrond, met noodlottige gevolgen van dien.”
Blijft natuurlijk de vraag of dat nou aan de mensen ligt of aan het systeem. In een blog schreef de voorzitter van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit dat het zorgstelsel niet het probleem is, maar de kosten. Deze zin lijkt een contradictio in terminis te bevatten. Zolang een operatie voor bijvoorbeeld een hernia meer geld oplevert dan een goed gesprek en fysiotherapeutische begeleiding, zullen er meer interventies plaatsvinden. Ook dat is het stelsel, de €480.000.000 per jaar die zorgverzekeraars aan reclamekosten en klantenbinding uitgeven zelfs nog buiten beschouwing gelaten. Ervan uitgaande dat we niet volgend jaar al een beter stelsel hebben, zullen we andere manieren moeten vinden om de kosten beheersbaar te houden. Verdere implementatie van gedeelde besluitvorming, waarbij artsen en patiënten als gelijkwaardige partners een beslissing nemen over de behandeling, is voor de nabije toekomst belangrijk. Diverse onderzoeken laten immers zien dat patiënten dan in het algemeen minder vaak doorverwezen worden naar een specialist en vaker kiezen voor een minder invasieve en dus goedkopere behandeling. Goed luisteren, adequate informatievoorziening en gedeelde besluitvorming kost tijd. Het invoeren van zogenaamd kijk- en luistergeld zou hiertoe een goede eerste stap zijn. Alle artsen in loondienst brengen is een gevoelig onderwerp in het werkveld; de laatste keer dat ik een KNO-arts in de kleedkamer van een “productietent” over loondienst en de Balkenendenorm hoorde praten, gooide hij het deurtje van zijn locker dermate hard dicht dat ik vreesde een DBC “Oorsuizen” in rekening te krijgen. Het zal echter ook een van de agendapunten moeten zijn om in de toekomst de zorgkosten beheersbaar en de kwaliteit van zorg hoog te houden. Want zolang in sommige vakgroepen het adagium “de schoorsteen moet blijven roken” gehandhaafd blijft, zal die van het crematorium ook af en toe meedoen.
U kunt Bertho Nieboer op twitter volgen via @DokterBertho
Stuur deze pagina door >>
Opinie
Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?
De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer
Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?
Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer
Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?
Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer
Let op: de Anti-spam code is slechts 15 minuten geldig.
Tip: als u een reactie met veel woorden heeft, typ deze dan eerst in Word en plak hem vervolgens in het Reactieveld hieronder.