In haar column in Medisch Contact van juni 2017 probeert Esther van Fenema aan een peuter uit te leggen wat een manager doet: ‘Een manager is een meneer of een mevrouw die dingen regelt en heel veel moet vergaderen met andere mensen om die dingen te kunnen regelen’ waarop de kleuter stampvoetend roept: ‘Ja maar wat kan hij dan?’. Ik vroeg me af hoe zij aan diezelfde peuter zou uitleggen wat een psychiater doet? Ik neem aan dat zij het zo zou weten uit te leggen dat die peuter ervan overtuigd is, dat een psychiater heel wat kan ook al zegt men - dat zijn vooral chirurgen - dat een psychiater niets weet en niets kan.
In het vervolg van haar column geeft Van Fenema zich over aan het stereotiepe beeld van een zichzelf verrijkende persoon, die uit is op status en dat bereikt door de hulpverlener voortdurend dwars te zitten met allerlei in haar ogen irrationele en nutteloze zaken. Een van die verachtelijk dingen is dat zij declarabele minuten moet schrijven, hetgeen haar doet verzuchten dat zij er niet is om de financiële toekomst van de instelling (en de hypotheek van haar manager) waar/voor wie zij werkt veilig te stellen, zij is immers een goed hulpverlener, en die letten kennelijk - wanneer zij ergens in dienst - zijn nu eenmaal niet op de kosten, maar verwachten uiteraard aan het einde van de maand wel hun salaris (graag zonder korting ook al zijn bij lange na de declarabele minuten niet gemaakt).
In zijn column in de Volkskrant ‘Baas op eigen bord’ van 26 juni buigt Teun van der Keuken zich ook over het management. Op de meeste plekken waar hij werkte waren de bazen niet de slimsten en de besten van de instelling. Die slimsten en de besten hadden namelijk ‘wel iets anders aan hun hoofd dan leidinggeven’, zij wilden gewoon mooie en leuke dingen maken. Wie daar niet zo goed in was, maar het toch naar zijn zin had in het bedrijf en ook niet vies was van enig aanzien, probeerde uit arren moede maar baas te worden.
En zo zijn er de laatste tijd steeds meer van dit soort berichten. Het is bazenbashingtime. Zijn die bazen inderdaad zo slecht en nutteloos? Het antwoord is natuurlijk: nee. Niet ieder baas is nutteloos. Sommigen wel. Iedereen weet dat er coaches zijn die in staat zijn van een groep vedettes een geweldig elftal te maken; en dus ook dat er coaches zijn die dat niet kunnen. Zo zijn er ook goede en slechte bestuurders en managers. De beste coach/bestuurder is de bestuurder/coach die haast onzichtbaar zijn werk doet door de creativiteit en spelvreugde van zijn spelers/medewerkers te voeden. Maar helaas het gaat niet alleen om spelvreugde en creativiteit: er moet ook gescoord worden, er moeten declarabele minuten gemaakt worden.
Het zorgstelsel is dat laatste jaren zo chaotisch en complex dat het werkers in de zorg - en hun bestuurders ook - steeds meer moeite kost aan de bureaucratische verplichtingen te voldoen (en zij moeten eraan voldoen anders komt er geen geld binnen). Het is daarom noodzakelijk dat het management en de behandelaren samenwerken, dat houdt in dat de manager ervoor zorgt dat behandelaren hun werk kunnen doen; en - let op - andersom. Zij hebben elkaar nodig. De zorg staat al jaren onder grote druk. Er staan spannende tijden voor de deur. Het stelsel wijzigt voortdurend, binnenkort wordt bijvoorbeeld de jeugdzorg Europees aanbesteed, de continuïteit van de zorg en de instellingen is in het geding en zal er nog harder gewerkt moeten worden om het geld binnen te halen, en kwaliteit te kunnen blijven leveren.
Het heeft kort en goed geen zin elkaar verbaal naar het leven te staan met stereotiepe beelden, maar het is beter de handen ineen te slaan. We moeten vooral zien te voorkomen dat de gelederen in de zorg verdeeld raken, dat er een wij/zij-cultuur ontstaat binnen de instellingen waar iedereen - ook de patiënt - uiteindelijk alleen maar de dupe van kan worden. Esther van Fenema weet als geen ander - zij is ook violiste - dat er geen mooie muziek komt uit een orkest dat twee partijen tegelijkertijd speelt, en tegen elkaar inspeelt. Dus kan zij beter met haar dirigent samen werken dan hem onnodig blameren en bekritiseren.
Stuur deze pagina door >>
Opinie
Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?
De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer
Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?
Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer
Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?
Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer
Let op: de Anti-spam code is slechts 15 minuten geldig.
Tip: als u een reactie met veel woorden heeft, typ deze dan eerst in Word en plak hem vervolgens in het Reactieveld hieronder.