Onze GGZ is niet in staat patiënten met ernstig psychische lijden te helpen.
HOE KOMT DAT EN HOE KAN HET BETER?
In korte tijd laten twee onderzoeken zien dat we het in Nederland niet voor elkaar krijgen om ernstig psychische lijden te verlichten. De zogenaamde ambulantisering, psychische hulp buiten de instellingen stimuleren en de klinische zorg afbouwen, ingezet met het Bestuurlijk Akkoord in 2012 is mislukt, zo heeft het Trimbos Instituut recent laten zien. Het herstel en de deelname van deze psychisch kwetsbare mensen aan de samenleving met behulp van goede regionale, ambulante zorg in plaats van klinische zorg heeft niet gebracht wat ervan werd verwacht. De kwaliteit van leven van deze volwassenen blijft ver achter bij die van de algemene bevolking. Dan is er ook recent nieuws met betrekking tot tieners en jongeren met ernstige psychische problemen (suïcidaliteit, verslaving, eetstoornissen gedragsproblemen en automutilatie) deze groep groeit hard en de GGZ is niet in staat ze snel en goed te helpen. Aldus de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd nadat ze twintig instellingen hebben onderzocht.
Een ding is glashelder voor mij; met de plannen van de demissionaire staatsecretaris Paul Blokhuis, onder meer een campagne onder de titel “Hey, het is oké”, worden deze problemen niet opgelost. Ook extra geld gaat geen oplossing brengen. Wat ontbreekt er in Nederland anno 2021 in onze GGZ-zorg en waarmee kan het nieuwe kabinet echt iets doen aan het ernstig psychisch lijden? Mijn perspectief op de vaderlandse GGZ heeft vorm gekregen gedurende 40 werk aan de Radboud Universiteit in de klinische psychologie. Hiernaast heb ik tot nu toe 42 jaar gewerkt in onze eigen ambulante GGZ-praktijk als klinisch psycholoog psychotherapeut. Intussen al weer vijf jaar ben ik als consulent werkzaam voor het (overheids-)Centrum voor Consultatie en Expertise. In deze laatste functie help ik vastgelopen behandeltrajecten van langdurige GGZ-zorg mee tot een oplossing brengen.
Kort samengevat: de bedroevende kwaliteit van de GGZ-hulpverlening moet omhoog. Dit gaat alleen lukken indien eindelijk eens wordt erkend dat psychische aandoeningen complex van aard kunnen zijn en er dus ook hoogopgeleide professionals nodig zijn. Het volgende wordt totaal over het hoofd gezien: psychische aandoeningen hebben net als biologische een eigen autonomie, eigen mechanismen en vereisen specialistische diagnostiek en interventies. Dit probleem wordt geïllustreerd doordat de psychische zorg in praktijksettings nog steeds vaak als ‘paramedisch’ wordt aangeduid hetgeen een volstrekte misvatting is. Twee problemen; het merendeel van de GGZ-werkers is niet (voldoende) geschoold voor dit werk. Degenen die universitair zijn opgeleid lijden aan een uitgehold curriculum. De huisarts is hoogopgeleid, 10 jaar op universitair niveau en doet de somatiek, de POHGGZ is circa vier jaar opgeleid op Hbo-niveau en moet de psychische zorg verlenen met een beperkt budget. Op het niveau van de huisarts presenteren zich ook de aandoeningen die later heel complex blijken te zijn. De GGZ-zorg wordt veel te veel verleend door MBO en HBO opgeleide (goed willende) mensen maar met volstrekt ontoereikende kennis. Nu worden in Nederland tot overmaat van ramp ook nog voor dit werk niet opgeleide ervaringsdeskundigen ingezet. De academici en dan gaat het over de psychologen, pedagogen en psychiaters, zijn de laatste 20 jaar onder andere als gevolg van de invoering van de DSM, die beperkt blijft tot classificatie, veel te weinig geschoold in de psychopathologie die achter de DSM-etiketten, gekoppeld aan even oppervlakkige protocollaire behandelingen, schuilgaat. De opleidingen in de psychologie, pedagogiek en psychiatrie missen diepgang met als gevolg dat echte kennis van en inzicht in de psychische processen en patronen vooral ontbreekt. Nu wordt er in het denken van de professionals van een DSM etiket naar de hersenen gesprongen en weer terug zonder iets te snappen van wat hier tussenin zit. In mijn werk met complexe gevallen kom ik keer op keer tegen dat er in de beginfase van het hulpverleningsproces adequate en uitgebreide klinisch psychologische en psychiatrische diagnostiek ontbreekt en de behandeling en begeleiding bij complexe aandoeningen vanaf het begin inadequaat wordt vormgegeven. Vele jaren later is het voor de patiënt van kwaad tot erger geworden en is bijsturen ingewikkeld en vaak onhaalbaar.
Indien het nieuwe kabinet niet weer vier jaar wil aanmodderen met de GGZ kan het hiermee een begin maken:
Zorg dat de klinische master in de psychologie-opleiding twee in plaats van een jaar wordt, maak een rechtstreekse overgang mogelijk van de master naar de tweejarige Gezondheidszorg-psycholoog opleiding en een soepele overgang naar de specialisatie tot klinisch (neuro) psycholoog-psychotherapeut. Faciliteer de instroom in plaats van deze te blokkeren. Laat de psychiaters weer een volledige en grondige opleiding in de psychotherapie volgen zodat ze meer kunnen dan voorschrijven en meer begrijpen dan alleen hetgeen DSM-classificatie te bieden heeft. Hiermee wordt in elk geval een betere basis gelegd voor de hoog noodzakelijke kwaliteitsverbetering van het werk in GGZ.
Stuur deze pagina door >>
Opinie
Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?
De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer
Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?
Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer
Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?
Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer
Let op: de Anti-spam code is slechts 15 minuten geldig.
Tip: als u een reactie met veel woorden heeft, typ deze dan eerst in Word en plak hem vervolgens in het Reactieveld hieronder.