“Ken je me nog?” vroeg de vrouw die tijdens een signeersessie bij een boekhandel in mijn roman ‘Broer van god’ een handtekening van mij wenste.
Ik deed mijn best, zag het werkelijk niet en keek haar vertwijfeld aan.
“Nathalie van de gezondheidswinkel.”
“Ach, nu zie ik het,” zei ik, maar om eerlijk te zijn waren er te veel jaren overheen gegaan sinds we bij ons thuis met een groep jonge artsen discussieerden over hoe de zorg dichter bij de mensen kon worden gebracht. Het moet 1973 of 1974 geweest zijn toen we uiteindelijk een Gezondheidswinkel in de Utrechtse Vogelenbuurt openden. Daar konden mensen met hun vragen terecht als ze zich niet gehoord voelden door hun arts. Daar konden mensen hun medicijnen mee naartoe nemen waarna we keurig uitlegden wat het was en wat het deed, maar ook welke nadelen eraan zaten. Daar deden we ook trainingen over hoe je als patiënt het antwoord kunt krijgen op de vraag waarmee je naar de zorg bent gegaan. “Zet het op een briefje en stel de vraag elke keer opnieuw”, zeiden we. “Als je het niet snapt dan zeg je dat je het niet begrijpt, maar laat je niet wegsturen zonder antwoord.”
We maakten gebruik van rollenspellen om mensen te wapenen tegen onbegrijpelijke taal en tegen de onzekerheid van een arts die simpelweg geen antwoord op de vraag kon geven, maar het niet wilde toegeven.
Het is niet voor niets dat ik in mijn verdere werkzame leven ben blijven ijveren om de positie van patiënten te versterken en de zaken die artsen geheim wilden houden zichtbaar te maken. Meer dan tachtig boeken geschreven, onderwijs aan medisch studenten gegeven, honderden workshops en veel lezingen. Tegenwoordig gebruiken we termen als ‘Shared decision making’ (en om het toch weer te mystificeren gebruiken sommige artsen de afkorting SDM) of ‘Doctor Patient Partnership’ (jammer dat ze die twee eerste woorden in de verkeerde volgorde hebben geplaatst), maar het gaat over precies hetzelfde: Het gaat allemaal om de patiënt en de arts is dienend.
Onlangs mocht ik voor een groep specialisten een workshop over gedeelde besluitvorming – ja er bestaat wel degelijk een Nederlandse vertaling - verzorgen en daarvoor had ik twee rollenspellen bedacht. Het ging om moeilijke gesprekken over beslissingen die mensen die op een kruispunt in hun leven zijn beland, zelf moeten nemen. Er zijn zat artsen die met een natuurlijke gevoel in zulke situaties functioneren, maar dat is helaas niet de regel en daar is de cultuur van artsen voor een deel ook verantwoordelijk voor.
Ik genoot ervan te beseffen dat ik vroeger zulke rollenspellen deed met patiënten om ze mondiger te maken en nu het zelfde probeerde met artsen om ze te leren minder dominant te zijn en meer ruimte te bieden aan de inbreng van patiënten. Het is goed om aan de kant van artsen te beginnen. Zij moeten het meeste leren. Het draait immers allemaal om leren luisteren naar wat de gebruiker van de zorg wil en het communiceren op een manier die daarbij past. Het gaat dus om de afstelling tussen oren, ogen en mond van de arts. Dat betekent dat er naar eigen functioneren gekeken moet worden. Introspectie en reflectie zijn nodig om te weten wie jij denkt dat je bent in de interactie. Speel je de rol van de arts die alles weet en is de patiënt degene die te dom is om je te begrijpen of te bang om het vervelende nieuws aan te horen? En wil jij de persoon zijn die geen tijd heeft en dat als excuus gebruikt iemand een weekend lang in de zenuwen te laten zitten? Echt, daar moet je aan werken.
Ineens herinnerde ik het me weer.
“Nog met Kees?” informeerde ik. Ze knikte.
Wat een lange weg, van die idealen in 1973 naar de werkelijkheid van nu. En steeds moeten we dezelfde revolutie prediken: het gaat niet om het ego van de dokter en wie de beslissingen neemt. Het gaat om samen overleggen, een proces dat geleid wordt door de vraag van de patiënt. Er zitten in de zorg nu eenmaal weeffoutjes omdat veel artsen niet goed begrijpen wat ze precies veroorzaken als ze de patiënt uit het oog verliezen. Lees het maar na in ‘Broer van god’. Het boek gaat over hoe wij artsen in het leven kunnen verdwalen, terwijl we toch met grote idealen begonnen.
Stuur deze pagina door >>
Opinie
Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?
De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer
Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?
Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer
Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?
Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer
Let op: de Anti-spam code is slechts 15 minuten geldig.
Tip: als u een reactie met veel woorden heeft, typ deze dan eerst in Word en plak hem vervolgens in het Reactieveld hieronder.