Op 21 november 2014 kwamen professionals en bestuurders uit de GGZ in de Burgers Zoo in Arnhem tijdens een Discura-congres bijeen om – met open vizier – vooruit te kijken naar de toekomst van de psychiatrie. Waarom doen we wat we doen en hoe kan het beter? Verkeert de psychiatrie in een crisis en hoe vormen we die om tot een kans? Wat houdt innoveren en transformeren nu werkelijk in en wat is de bijdrage die ik daaraan zelf kan leveren?
In vogelvlucht belicht ik enkele hoofdpunten die bij meerdere sprekers aan bod kwamen en die de agenda van de psychiatrie in de toekomst gaan bepalen.
Zowel Jim van Os als Jaap van der Stel benadrukten het grote belang van preventie. “We staan voor een enorme Public Health Challenge! Veel psychische aandoeningen beginnen in de adolescentie. Nu houden we ons vooral bezig met de 5% ernstigste gevallen, maar we mogen die andere 95% niet loslaten!” aldus Van Os, die van een Sick Care model naar een Health Care model wil bewegen: veel meer diagnosticeren van mogelijkheden in plaats van symptomen en richten op persoonlijk en maatschappelijk herstel.
Leren van de somatische geneeskunde was eveneens een rode draad door de dag, zowel in de wetenschap als in de praktijk. Peter Huijgens vertelde hoe in de oncologie al jaren wordt gewerkt aan landelijke registratie van patiëntgegevens, verzameld in regionale netwerken van samenwerkende ziekenhuizen en specialisten. Deze cohortregistratie levert een onuitputtelijke bron van waardevolle gegevens op. De vier regionale kankernetwerken verzamelen niet alleen harde gegevens om met elkaar te delen en van elkaar te leren, zij maken ook onderlinge werkafspraken: “Zo’n systeem van regionaal diagnosticeren, behandelen en rapporteren – met bindende afspraken en wederzijdse verplichtingen – kan voor elke aandoening worden opgezet, zodat de verwijzingen verbeteren en iedere patiënt weet waar hij of zij moet wezen.”
Het monitoren van patiënten wordt – met name dankzij de snelle digitale ontwikkelingen – uitermate belangrijk. Met behulp van slimme technologie kunnen in intensieve tijdseries (emotionele) fluctuaties bij individuele patiënten worden bijgehouden, enerzijds ten behoeve van persoonlijke (n=1)geneeskunde en zelfmanagement, en anderzijds om – met behulp van geaggregeerde data – allerlei onderlinge verbanden op te sporen. Zo kunnen we gaan kijken naar de “samenhang tussen brain, mind, body en environment”.
Volgens de jonge psychiaters Joeri Tijdink en Christiaan Vinkers is wel een paradigmashift nodig om zo’n “multidimensionale wetenschap” te bereiken. Zij hebben hoge verwachtingen van de Research Domain Criteria (RDoC): in een wereldwijd onderzoeksnetwerk veel verschillende analyses bij elkaar voegen en in samenhang kijken naar fundamentele, neurobiologische en gedragsmatige dimensies.
Als de patiënt gezien wordt als een uniek en complex wezen in een specifieke context en zelfmanagement en autonomie – zowel voor patiënten als voor psychiaters – zo belangrijk zijn, welke nieuwe organiseerprincipes passen daar dan bij? Annemarie van Dalen noemt vijf samenhangende uitgangspunten voor innovatie:
- Betekenis maken en werken vanuit de inhoud: visie ontwikkelen en consequent doorvertalen in organiseeroplossingen.
- Handelingsruimte organiseren: professionals behandelen patiënten én organiseren het eigen werk (je moet dan wel bereid zijn om dingen te doen waarvoor je niet bent opgeleid).
- Lokaal plannen: werkende weg lichte systemen van planning en evaluatie ontwikkelen (hou het eenvoudig!)
- Niet managen maar ondersteunen: coördineren op basis van visie, vertrouwen en socialisatie (elkaar durven aanspreken op inhoudelijke uitgangspunten).
- Institutioneel ondernemen: zoeken naar een effectieve omgang met de institutionele context van de organisatie (verzekeraars, overheid, IGZ). Dit betekent onder meer het niet vanzelf intern doorvertalen van externe eisen: bestuurders moeten juist “hun medewerkers als een hitteschild beschermen”.
Robert Vermeiren benadrukte dat “duurzame innovatie altijd kennis gestuurd is: behouden wat goed is en veranderen wat hindert”. Hij wil een Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie opzetten om verbeteringen in de jeugdzorg te realiseren. In academische werkplaatsen kan een nauwe relatie tussen praktijk en onderzoek worden gelegd en kunnen ouders en jongeren bij het onderzoek worden betrokken. Over de transitie van de jeugdzorg is Vermeiren intussen optimistischer gestemd: “Gemeenten willen ook een academische onderzoeks- en ontwikkelagenda opstellen en zij spreken – i.t.t. verzekeraars – over burgers!”
De samenleving digitaliseert in hoog tempo, waarmee, volgens Heleen Riper, de perspectieven voor eMental-Health ook snel groeien: ter verbetering van preventie, behandeling en zorg op maat, zelfmanagement en mantelzorg. Er zijn tal van interventies voor depressies ontwikkeld, getest en klinisch onderzocht, maar de moeilijkste stap is het opschalen. Op dit moment is van de totale GGZ 5% eMental-Health, de zorgverzekeraars streven naar 20% eMental-Health in de Basis GGZ in 2015!
Met behulp van geavanceerde brillen als de Oculus Rift en Google Glass kunnen patiënten met bijvoorbeeld pleinvrees, met virtual of augmented reality gradueel oefenen. “Mobile en Social Health wordt de toekomst. Er zijn nu al heel veel apps op de markt die burgers met psychische problemen helpen. Door steeds meer van onszelf te meten worden we gekwantificeerde burgers.” Heleen Riper is optimistisch gestemd: “In de toekomst zullen we veel creatiever met verschillende gecombineerde technieken kunnen werken ten behoeve van meer gepersonaliseerde zorg. In 2030 kan daardoor de effectiviteit van behandelingen sterk verbeterd zijn. Maar dan moeten de beroepsgroepen zich wel veel actiever met deze ontwikkelingen gaan bezighouden, om ze in goede banen te leiden en om meer te kunnen sturen op gezond gedrag.”
Stuur deze pagina door >>
Opinie
Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?
De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer
Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?
Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer
Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?
Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer
Let op: de Anti-spam code is slechts 15 minuten geldig.
Tip: als u een reactie met veel woorden heeft, typ deze dan eerst in Word en plak hem vervolgens in het Reactieveld hieronder.