Het coronavirus waart over de wereld. Dit is een gezondheidscrisis van ongekende proporties. Tevens is nog nooit de impact op het functioneren van andere sectoren zo in het geding geweest. De economie staat onder druk, het sociale en culturele leven is drastisch gereduceerd, sportactiviteiten zijn opgeschort en ga zo maar door. Dankzij elektronische communicatiemiddelen weten we de samenleving in stand te houden.
In deze crisis komen alle thema’s van de gezondheidszorg in versterkte vorm bij elkaar. Het belang van leiderschap en een goede organisatie van de zorg. De betekenis van solidariteit, medemenselijkheid, expertise en betrokkenheid, en morele kwesties zoals de grenzen van zelfbeschikking. Het gaat ook over belang van openbare gezondheidszorg, de verstrengeling van somatische, psychische en sociale problemen. Of over het nut van goed uitgeruste kennisinstituten, ziekenhuizen en natuurlijk ook de betekenis van de huisartsen. Maar naast al die organisatorische en beleidsmatige thema’s gaat het wellicht nog meer over het belang van goed opgeleide verpleegkundigen, artsen, specialisten en ondersteunend personeel in de gezondheidszorg. En laten we het sociaal domein niet vergeten. We hebben nu ook weer goed in de gaten wat de betekenis is van wetgeving, de rechtsstaat, een goed georganiseerde overheid en democratie. En dat leiderschap zich bewijst in crisissituaties. Neem het adequate handelen van Andrew Cuomo, de gouverneur van New York, als voorbeeld.
Door het relatief grote aantal patiënten dat acute medische zorg nodig heeft, wordt de gezondheidszorg aan een ultieme test onderworpen. Zijn de voorzieningen adequaat? Kloppen de protocollen? Lukt het om aan voldoende medische hulpmiddelen en extra personeel te komen? En het bijzonder: was men qua organisatie en qua training hier voldoende op voorbereid? Een voorbereiding is overigens nooit volledig. Het handelen in een crisissituatie vergt altijd het omgaan met onzekerheden, improviseren en onder omstandigheden dus ook afwijken van protocollen. En het vereist zeker ook dat gezondheidswerkers goed voor zichzelf en voor elkaar zorgen. Indirect helpen ze daarbij ook de zorg voor hun patiënten. Acute stress is in een crisissituatie onvermijdelijk. Maar als deze lang aanhoudt, is dat, ook voor gezondheidswerkers, fnuikend voor hun weerstand en daarmee riskant voor hun functioneren. Dit impliceert in ieder geval dat we vanuit de kant van de samenleving zo goed mogelijk erop toezien dat we de stress voor de werkers in de gezondheidszorg en het sociaal domein verlichten, en zeker niet uit de hand laten lopen.
De crisis vergt van overheden drastische maatregelen. In de 19e eeuw viel onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken de afdeling Medische Politie. Deze afdeling was verantwoordelijk voor wat we nu noemen de openbare gezondheidszorg. Het beteugelen van de verspreiding van het virus vergde ook in die tijd van de overheid maatregelen die in normale omstandigheden slechts bij politietaken worden ingezet.
De reacties van burgers en van de staat op de crisis alsook de voorgestelde maatregelen zoals binnen blijven, afstand houden en opschorten van bijeenkomsten verschillen per land. Zo wordt in Nederland een sterker beroep gedaan op de zelfbeheersing en medewerking van burgers dan in andere landen het geval is. Bij ons is er de voorkeur voor zelf isolatie, maar de mogelijkheid tot dwang ligt altijd achter de hand en is in de wet verankerd. Privacy is niet absoluut, burgerlijke vrijheid heeft zijn beperkingen. Sociale nood breekt wet.
We zijn nu tijdelijk samen alleen. Fysiek op afstand, maar door alle communicatiemogelijkheden, en gedreven door universele menselijke behoeften en strevingen elkaar sociaal zeer nabij. Wij zijn ons weer bewust van de zin van ons leven en wat het leven het leven waard is. We realiseren ons eens te meer het nut van samen leven, van hoop, troost en het ultieme verlangen naar fysiek contact, al was het maar in onze verbeelding. Mede door het politieke gekrakeel dat overal in de wereld opsteekt, reflecteren we over de vraag of het plaatsen van de economie tegenover gezondheid geen valse voorstelling van zaken is. En niet in de laatste plaats realiseren we ons hoe belangrijk het is dat we een goede gezondheidszorg hebben en hoogopgeleide en gemotiveerde werkers.
Stuur deze pagina door >>
Opinie
Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?
De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer
Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?
Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer
Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?
Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer
Let op: de Anti-spam code is slechts 15 minuten geldig.
Tip: als u een reactie met veel woorden heeft, typ deze dan eerst in Word en plak hem vervolgens in het Reactieveld hieronder.