Framing heeft voor- en nadelen. Het maakt het leven lekker overzichtelijk, splitst de wereld in goed en kwaad, en dit kwaad ligt bij de ander. Het nadeel is ruzie, een vertroebeld zicht, en soms verkeerde beslissingen.
Een klinisch voorbeeld waarin door beeldvorming in principe goede samenwerking tussen instellingen wordt bedreigd, en waarin de patiënt een geïndiceerd resocialisatietraject wordt onthouden.
Het betreft Arie de Leeuw, een 50-jarige man, die vanaf zijn 20e jaar verslaafd is geraakt en is ingesteld op methadon met dagelijks bij-gebruik van heroïne. De Leeuw lijdt bovendien aan schizofrenie en zou zwakbegaafd zijn. Hij gebruikt anti-psychotische medicatie, maar is mede door middelengebruik eigenlijk nooit stabiel geweest. De laatste jaren functioneert hij marginaal in een beschermde woonvorm waar veel middelen worden gebruikt.
De Leeuw had zich jaren geleden voorgenomen op zijn 50e jaar af te kicken, om daarna een rustig leven te gaan leiden. Het vinden van een goede behandeling lukte door zijn dubbele diagnose niet. Uiteindelijk kwamen hij en zijn begeleider terecht bij onze instelling met de vraag of een behandeling in Zuid-Afrika mogelijk was.
Bij de intake werd ik getroffen door zijn schrijnende verhaal. Er was geen sprake van actuele psychotische symptomen, hij maakte absoluut geen zwakbegaafde indruk, en hij sprak, ondanks zijn geringe scholing, goed Engels.
Na nog wat gegevens te hebben verzameld kwamen wij tot het volgende behandelvoorstel: Klinische detoxicificatie van opiaten, en 8-weekse klinische behandeling van zijn verslaving in Zuid- Afrika, met aansluitend plaatsing in een safe house om weer begeleid terug te keren in de maatschappij. De verwijzende instelling zou de begeleiding van De Leeuw weer op zich nemen mocht de behandeling niet slagen.
De behandeling verliep voorspoedig, de structuur van de kliniek deed hem goed, en De Leeuw was een actief deelnemer aan het intensieve therapeutische programma.
Zoals gebruikelijk vonden in de vierde week skype-intakegesprekken plaats met een tweetal geïndiceerde safe houses, maar beide instellingen wezen hem op grond van zijn voorgeschiedenis af. De Leeuw reageerde teleurgesteld en angstig, maar kwam met wat extra steunende gesprekken weer tot rust. De afspraak dat hij weer terug kon naar zijn oorspronkelijke huis gaf rust.
Ik zie hem nu weer in de nazorg, hij is (nog) clean, dankbaar voor de behandeling, maar voelt zich niet meer thuis in zijn woonvorm met veel gebruikers.
Onlangs had ik overleg over hem met zijn behandelaar in zijn woonvorm. Tijdens dit telefonisch overleg sloot een manager aan, die mij onverwachts toevoegde dat zij het ‘onverantwoord vond dat ik De Leeuw in behandeling had genomen, volgens haar op dubieuze indicatie, en zonder gegarandeerd nazorgtraject’, en zij verweet mij dat ‘jullie je daarvoor dik laten betalen, en zij en de patiënt ervoor moesten opdraaien’. Ik sprak mijn verbazing uit over deze uitspraken, die het vinden van passende oplossingen niet vereenvoudigden, maar dat veranderde haar visie niet.
Dit soort verwijten is niet nieuw. In de wandelgangen hoor ik ook het verwijt dat psychiaters met een eigen praktijk veel verdienen maar bij crisis hun patiënten in de kou laten staan. De laatste jaren houd ik ook een eigen praktijk en hoor ik kennelijk ook bij dit soort psychiaters. Ten onrechte en jammer.
Maar ik moet het toegeven, dat ik mezelf ook schuldig maak aan dit type framing: ‘De GGZ is log, bureaucratisch, lange wachtlijsten, als ik of mijn familie iets zou hebben, zou ik die ook niet naar de GGZ sturen, die denken meer in problemen dan oplossingen, meer contra-indicaties dan indicaties, anoniem, intern en organisatie gericht’, en zo weet ik er nog wel wat.
Helaas helpen dit soort frames de samenwerking niet en staan zij een goede behandeling van mensen met ernstige psychiatrische ziektes in de weg en zo is Arie de Leeuw door dit soort frames afgewezen voor een beschermde resocialisatie waar hij het vast goed zou doen. Wij moeten ons schamen.
De naam van de patiënt in deze column is gefingeerd.
Opinie
Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?
De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer
Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?
Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer
Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?
Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer
Let op: de Anti-spam code is slechts 15 minuten geldig.
Tip: als u een reactie met veel woorden heeft, typ deze dan eerst in Word en plak hem vervolgens in het Reactieveld hieronder.